Category Archives: Algemeen

Een Oekraïense klokkenluidster uit Poltava: rechter Larysa Holnyk

Op 20 oktober 2018 sprak Rechters voor Rechters in Kiev met Larysa Holnyk. Zij is rechter in Poltava, een Oekraïense provinciestad.
In Oekraïne moeten alle rechters in het kader van de corruptiebestrijding, waartoe het land zich heeft gecommitteerd in het Europees Associatieverdrag, een zogenoemde kwalificatie-evaluatie ondergaan. Hierin wordt beoordeeld of zij voldoen aan criteria van vakmanschap en integriteit. Voor Larysa valt deze toetsing samen met de omzetting van haar tijdelijke aanstelling (vijf jaren) tot een voor het leven, normaal niet veel meer dan een formaliteit. De kwalificatie evaluatie van de gehele zittende magistratuur neemt jaren in beslag. Maar liefst 7.000 rechters moeten de test, die uit vier stappen bestaat, ondergaan. Zolang Larysa niet alle stappen heeft doorlopen, ontvangt zij salaris maar mag zij geen zittingen doen. Wel wordt zij geacht iedere dag op haar werk te verschijnen. Er zijn meer rechters die in dezelfde positie verkeren. Dat zij de laatste jaren veel in de publiciteit is gekomen, heeft dan ook een andere achtergrond.

Zij vertelde ons het volgende verhaal:
In 2014 krijgt Larysa van haar president een zaak toebedeeld waarin de burgemeester van Poltava wordt verdacht van belangenverstrengeling: hij verzuimt bij een besluit over uitgifte van land zijn familierelatie tot de betrokkene te vermelden. Het is een vergrijp waarvoor de wet voorschrijft dat de verdachte in persoon verschijnt. Algauw zoekt de zaakwaarnemer van de burgemeester contact met Larysa om de zaak ‘in der minne’ te schikken, een helaas maar al te veel voorkomende praktijk in Oekraïne. Zij weet hem te ontlopen en laat de zaak op zitting komen. Steeds vindt de verdachte een reden om de behandeling aan te laten houden: een dienstreis, plotseling opkomende ziekte, en rekt de zaak zo tot over de wettelijke verjaringstermijn heen. Het artikel dat de verjaring regelt, bevat echter ook de bepaling dat gedragingen van de verdachte de verjaring kunnen stuiten. Opnieuw krijgt Larysa namens de burgemeester het aanbod, nu wat dwingender, om de zaak buiten de rechtszaal af te doen. Larysa kan ditmaal het gesprek niet ontlopen, maar maakt heimelijk opnamen met haar mobiele telefoon. Larysa wijst in het gesprek het aanbod wat lacherig af. En niet alleen dat, maar zij doet aangifte tegen de burgemeester en zijn zaakwaarnemer wegens poging tot omkoping. Vanaf dat moment verandert Larysa‘s leven ingrijpend. De president van haar gerecht is verbolgen over haar halsstarrigheid om een vonnis te willen schrijven; de zaak is immers verjaard. Er wordt een reeks aangiften gedaan tegen haar en haar man waarvan de meeste door het openbaar ministerie wegens gebrek aan bewijs worden opgelegd. Sommige wachten nog op een vervolgingsbeslissing. In november 2017 worden zij en haar man midden op straat in elkaar geslagen door twee jongen mannen met stokken. Zij vermoedt connecties met de burgemeester, maar kan die niet hardmaken. De verdachten worden nooit gevonden. Continue reading Een Oekraïense klokkenluidster uit Poltava: rechter Larysa Holnyk

Poolse Grondwet vertaald in het Nederlands

Er is nu een Nederlandse vertaling beschikbaar van de Poolse Grondwet van 1997. Daaraan ontstond behoefte omdat ook buiten Polen deze Grondwet de laatste jaren om diverse redenen in de belangstelling is gekomen, waarop ook op deze website herhaaldelijk is ingegaan. Deze vertaling maakt het nu ook voor Nederlandse rechters en andere belangstellenden hopelijk iets gemakkelijker de politieke ontwikkelingen rondom het functioneren van de rechtspraak in Polen te volgen. Centrale onderwerpen zijn in dit verband de machtenscheiding en de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, de benoeming van de rechters, de positie van het Hooggerechtshof en het Constitutionele Tribunaal, kortom: de inhoud van het begrip rechtsstaat. Er lopen hierover nu procedures voor het Hof in Luxemburg en het EHRM en het gaat daarbij dikwijls ook om de tekst van de Poolse Grondwet, in het bijzonder, maar niet uitsluitend, van de bepalingen in Hoofdstuk VIII (Gerechten en Tribunalen).

De vertaling, van de hand van Jaap Houtappel en Paul Meijknecht, wordt in een Voorwoord voorafgegaan door een kort overzicht van eerdere versies van Poolse Grondwetten (Constituties) sinds 1791 en enkele achtergronden daarvan. De Stichting Rechters voor Rechters heeft de drukkosten gefinancierd.

De pdf-versie is hier te bekijken. Er is voor geïnteresseerden ook nog een klein aantal papieren exemplaren beschikbaar. Stuurt u dan een e-mail aan [info@rechtersvoorrechters.nl].

Neslihan Ekinci: dismissed Turkish judge in solitary confinement

Since the coup attempt of July 15th 2016, at least 4.463 judges and prosecutors have been dismissed. Neslihan Ekinci was the first female general secretary of the Supreme Board of Judges and Prosecutors (HSYK) in Turkey until July 2016. She was dismissed the day after the coup attempt by the Turkish Government and she was taken into custody on 18th July 2016 and till May 2018 she was kept in solitary confinement, since then she has a cellmate.

Ms Ekinci is suffering from serious mental health problems as a result of her detention. Burak Haylamaz (student of the European Law School at Maastricht University) wrote a paper analysing the situation of former judge Neslihan Ekinci and concludes that her solitary confinement is unlawful and amounts to torture.

Neslihan Ekinci’s case has attracted attention from all over the world, including from Amnesty International. Click here to watch a clip about Neslihan Ekinci.

Europese Commissie legt destructie Hooggerechtshof voor aan het Europees Gerechtshof in Luxemburg

Op 24 september 2018, slechts enige dagen later dan aanvankelijk verwacht, heeft de Commissie aan het Hof in Luxemburg unaniem alsnog verzocht zich uit te spreken over de vraag of de recente wijzigingen in de wettelijke regels betreffende het Poolse Hooggerechtshof te rijmen zijn met Europees recht. Volgens de Commissie is dat niet het geval. Het vragen van een uitspraak hierover gaat vergezeld van het verzoek om zo spoedig mogelijk voorlopige voorzieningen te treffen, teneinde de al aan de gang zijnde uitvoering van de gewraakte regeling onmiddellijk op te schorten c.q. ongedaan te maken tot het moment van de definitieve uitspraak van het Hof, die een aantal maanden op zich zal laten wachten.

De vertraging van enkele dagen was het gevolg van een contact tussen premier Morawiecki en Commissievoorzitter Juncker, nadat de premier nog vlak voor de Commissievergadering van 20 september 2018 preses mevr. Gersdorf had benaderd met de al dan niet serieuze bedoeling om op het laatste moment nog een oplossing in het lopende geschil tussen tussen de Poolse regering en de Commissie te vinden. Dit contact heeft blijkbaar dus tot niets geleid.

Continue reading Europese Commissie legt destructie Hooggerechtshof voor aan het Europees Gerechtshof in Luxemburg

Poolse Hooggerechtshof zet de strijd voort

Het wordt druk in Luxemburg: Europese Commissie kan in inbreukprocedure tegen Polen de zaak nu voorleggen aan het Hof van Justitie; raadsheren Hooggerechtshof blijven strijdlustig; nog meer prejudiciële vragen van Poolse rechters.

1. Spoedige volgende stap verwacht in de inbreukprocedure na formele stellingname van de Poolse regering
De Poolse regering heeft op 14 september 2018 in de begin juli gestarte inbreukprocedure tegen Polen formeel afwijzend gereageerd op de verwijten van de Commissie, haar in augustus overhandigd (zie mijn bericht van 16 augustus 2018), betreffende strijdigheid met Europees recht van de recente wetgeving houdende verlaging van de pensioengerechtigde leeftijd van raadsheren in het Hooggerechtshof tot 65 jaar. Deze afwijzing opent procedureel voor de Commissie nu de weg om de zaak formeel voor te leggen aan het Hof van Justitie in Luxemburg. Het schriftelijke standpunt van de Poolse regering, 40 blz. dik, is o.a. dat de Europese Commissie niet het recht heeft de organisatie van de rechtspraak in de lidstaten te beoordelen.
De eerstvolgende stap, gepland voor de komende week, is een verhoor van Polen in de Europese Raad, gevolgd door discussie. Daarna ligt procedureel de weg naar het Hof open. Het lijkt waarschijnlijk dat die weg zal worden ingeslagen.

2. Poolse regering negeert door het Hooggerechtshof uitgesproken schorsing van de werking van wettelijke bepalingen
De gewraakte wetten zijn inmiddels volop in uitvoering. Inmiddels hebben 21 raadsheren in de leeftijd tussen 65 en 70 jaar van president Duda niet binnen de wettelijke termijn toestemming gekregen om hun ambt voort te zetten, waaruit voortvloeit dat zij met pensioen zijn: het ontslag vloeit rechtstreeks voort uit de wet, tenzij Duda op hun verzoek tijdig schriftelijk laat weten dat de betrokkene nog tot zijn 70ste mag blijven. Langs die weg is bijv. ook Iwulski, aan wie eerder door Duda was gevraagd om Gersdorf als eerste preses op te volgen, nu stilzwijgend afgedankt. Twee andere raadsheren, Gudowski en Katner, zijn op de dag dat hun ‘ontslag’ inging gewoon op hun werk verschenen om deel te nemen aan beraadslagingen. Preses van de Civiele Kamer Zawistowski had het verzoek van Duda om Gersdorf op te volgen als eerste preses afgewezen (hij wees erop dat Gersdorf nog steeds die functie bekleedt) en is nu ook (stilzwijgend) de laan uit gestuurd. Raadsheren wijzen op het absurde van dit stilzwijgend ontslag: zeker ook in gevallen waarin betrokken raadsheren tegen hun ‘pensionering’ in beroep zijn gegaan verbaast het hen dat Duda een formele ontslagbrief niet nodig acht. Continue reading Poolse Hooggerechtshof zet de strijd voort

Berichten van ‘onze correspondent’ over de situatie van de rechterlijke macht in Polen: Europese Commissie doet volgende stap in de op 2 juli 2018 gestarte ‘infringement-procedure’ tegen de Poolse regering

Na mijn laatste bericht, van 6 augustus 2018, werd op dinsdag 14 augustus 2018 bekend dat op die dag de Europese Commissie met het doen uitgaan van een ‘reasoned opinion’ een volgende stap heeft gezet in de op 2 juli 2018 gestarte ‘infringement-procedure’ tegen Polen in verband met de recente wetgeving met betrekking tot het Hooggerechtshof. Deze stap was de te verwachten reactie op het onbevredigende antwoord van de Poolse autoriteiten van 2 augustus 2018. Polen krijgt nu weer een maand om te reageren, waarna, afhankelijk van deze reactie, de Commissie kan besluiten de zaak vervolgens voor te leggen aan het Europese Hof. Omdat er intussen verschillende procedures lopen, is het van belang deze van elkaar te onderscheiden. Ik geef daarom hieronder een kort chronologisch overzicht.

1. Al in 2017 is door de Commissie tegen Polen een procedure gestart op basis van artikel 7 van het EU-verdrag. Deze procedure speelt zich af in het kader van de Europerse Raad, Algemene Zaken, waar het afgelopen jaar van tijd tot tijd, laatstelijk op 26 juni 2018, discussies hebben plaatsgevonden over de vraag in hoeverre de Poolse autoriteiten de afgelopen jaren te kort zijn geschoten de Europese rechtsstaatbeginselen, zoals bedoeld in artikel 7, in acht te nemen. Deze procedure wordt van tijd tot tijd in deze Raad opnieuw op de agenda gezet en besproken. Ook onder het huidige Oostenrijkse voorzitterschap zal dit onderwerp weer terugkomen op de agenda. Waartoe dit zal leiden is nog onduidelijk: mogelijk (theoretisch) kan ooit binnen deze Raad een stemming plaatsvinden over verdere politieke besluitvorming en eventuele sancties. Daarvoor is dan een meerderheid nodig van drie vierde van de lidstaten. Dit alles speelt zich in principe geheel af binnen de Raad, dus op politiek niveau en dus zonder inmenging van het Europese Hof.

2. Op 29 juli 2017 was door de Commissie ook al een ‘infringement-procedure’ gestart naar aanleiding van de nieuwe wetgeving betreffende de gerechten. Sinds 20 december 2017 is deze zaak formeel aanhangig bij het Hof van Justitie. Wanneer daar iets uitkomt is nog niet bekend.

3. Een tweede ‘infringement-procedure’ is nu dus onderweg, heel specifiek over de nieuwe wetgeving betreffende de pensioenleeftijd van de raadsheren in het Hooggerechtshof. Deze procedure is door de Commissie gestart op 2 juli 2018, één dag voor het in werking treden van deze wetgeving, en is op 14 augustus 2018 dus in een volgend stadium gekomen, ter voorbereiding van behandeling door het Hof. De oorsprong van dit besluit van de Commissie was o.a. de discussie binnen de Raad op 26 juni 2018 over de ‘artikel 7-procedure’ (zie hierboven punt 1), maar moet daarmee niet worden verward. De ‘infringement-procedure’ heeft formeel niets met artikel 7 EU-verdrag te maken.

4. Ten slotte, en geheel los van al het bovenstaande, is er sinds begin augustus de aanhangige procedure voor het Hof van Justitie betreffende de prejudiciële vragen van het Poolse Hooggerechtshof, waarover uitvoerig in mijn bericht van 6 augustus 2018.

Paul Meijknecht
16 augustus 2018

Berichten van ‘onze correspondent’ over de situatie van de rechterlijke macht in Polen: Pools Hooggerechtshof stelt vijf prejudiciële vragen aan het Europese Hof van Justitie en schort de werking van recente wetgeving op

(gebaseerd op publicaties in Gazeta Wyborcza, o.a. Ewa Iwanowa)

Het Hooggerechtshof heeft op 2 augustus voor deze optie gekozen in een bij zijn Arbeidskamer aanhangig gemaakte zaak van drie van zijn raadsheren naar aanleiding van het negatieve advies van de Landelijke Raad voor de Rechtspraak (KRS) aan President Duda met betrekking tot de wens van dit drietal met pensioen gestuurde raadsheren om nog tot hun 70ste levensjaar het raadsheerschap voort te zetten. De KRS had dit negatieve advies niet beargumenteerd en was ook niet bereid om, zoals de raadsheren hadden gevraagd, de zaak, vóór doorzending naar de President, ter toetsing voor te leggen aan een gerecht. Volstaan was met de mededeling ‘dat voortzetting van hun ambt niet overeenstemt met het belang van de rechtspleging of met andere maatschappelijke belangen’. Zelf is de KRS geen rechterlijke instantie, zodat, aldus het drietal, ter zake van dit onwettige ontslag hun in feite iedere toegang tot een rechter werd ontzegd.

In reactie op deze afwijzingen door de KRS hebben de betrokken raadsheren de zaak voorgelegd aan de Kamer voor Arbeidszaken van het Hooggerechtshof. Deze Kamer bestaat uit zeven raadsheren, van wie er twee de leeftijd van 65 jaar zijn gepasseerd. Gezien de recente Poolse wetgeving over de vervroeging van de pensioenleeftijd van raadsheren van het Hooggerechtshof, besloot zij, dat voordat zij tot een inhoudelijke beoordeling van de zaak kon overgaan, allereerst tegen de achtergrond van Europees recht  aan het Europese Hof vijf prealabele vragen moesten worden gesteld betreffende de bevoegdheid van het Hooggerechtshof om de onderhavige zaak in behandeling te nemen.

De aan het Europese Hof voorgelegde vragen betreffen o.a. de gedwongen vervroegde pensionering van rechters; de toelaatbaarheid van deze leeftijdsverlaging tegen de achtergrond van het beginsel van hun onafzetbaarheid; het feit dat de mogelijkheid om aan te blijven afhankelijk is van een beslissing van de uitvoerende macht (t.w. de President); en de uitleg van de Europese regels betreffende het verbod van discriminatie op grond van leeftijd. Tevens besloot deze Kamer om, in afwachting van het antwoord van het Hof in Luxemburg, de toepassing van belangrijke onderdelen van de recente Poolse wetgeving betreffende de vervroegde pensionering van raadsheren op te schorten, niet alleen in deze zaak, maar ook in de gevallen van andere raadsheren in dezelfde situatie. Dit met name om te voorkomen dat er in de tussentijd een situatie kan ontstaan waarin uitvoering van deze wetgeving ertoe leidt dat in de onderhavige zaak en soortgelijke zaken de eventueel toepasselijke Europese regeling zou worden gefrustreerd. Dit betreft dus alle rechters van 65 jaar en ouder. Continue reading Berichten van ‘onze correspondent’ over de situatie van de rechterlijke macht in Polen: Pools Hooggerechtshof stelt vijf prejudiciële vragen aan het Europese Hof van Justitie en schort de werking van recente wetgeving op

Veel Turkse rechters nog steeds in voorarrest; rechtzaak tegen Turkse rechter Murat Arslan, voorzitter Yarsav, sleept zich voort

Op 6 juli 2018 vond in Ankara de zesde zitting in de strafzaak tegen Murat Arslan plaats. Namens Rechters voor Rechters was dit keer Bert van Delden (oprichter van Rechters voor Rechters) aanwezig.

Murat Arslan is net als vele andere Turkse rechters na de coupe-poging op 15 juli 2016 in Turkije opgepakt. Hij zit sindsdien in voorarrest. Tegen hem is een strafzaak aanhangig gemaakt. Hij werd er in eerste instantie van verdacht lid te zijn van Fetö, de naam die gebruikt wordt voor de organisatie van Gülen. Omdat ‘Fetö’ als een gewapende terroristische organisatie wordt aangemerkt is het enkele lidmaatschap voldoende voor aanmerkelijke gevangenisstraffen. Intussen zijn in andere zaken vonnissen uitgesproken van 2 tot 14 jaar. Het gestelde bewijs in deze zaken bestaat veelal uit – deels anonieme – getuigenverklaringen en het gebruik van ByLock, een afgeschermd communicatie app en/of het onderhouden van ‘geheime’ internationale contacten.

In de zaak van Murat Arslan zijn tot nu toe de nodige getuigen gehoord. Verder is er veel gedoe over de waarde van het Bylock-bewijs. Om kort te gaan: het bewijs door middel van getuigen is buitengewoon mager. Het Bylock bewijs stelt ook niet veel voor en er kleven allerlei technische problemen aan, ook omdat nog steeds niet over de inhoud van het gestelde berichtenverkeer wordt beschikt, ondanks toezeggingen van de officier van justitie (nu al bijna een jaar lang…) dat deze zouden worden ingebracht.

In de vorige zitting kwam de officier van justitie met een aanvullende tenlastelegging. Kennelijk omdat hij aanvoelde dat de eerste zaak nog niet veel opleverde. Murat werd nu niet alleen van lidmaatschap maar ook van leiderschap van een verboden terroristische organisatie beschuldigd. Dat feit zou zich in 2001 (!) hebben voorgedaan. Er zou een getuige zijn die heeft verklaard dat hij toen, heel kort samengevat, zou hebben geronseld voor Gülen. Meer in het bijzonder zou hij huwelijken voor Gülenaanhangers hebben georganiseerd. Als de situatie niet zo ernstig was (naast Murat worden nog steeds naar schatting 800 tot 1.200 rechters nu bijna twee jaar in voorarrest gehouden, zonder dat zij zijn veroordeeld) komt deze beschuldiging ronduit lachwekkend voor. De voornaamste getuige verklaarde op zitting dat hij zich had vergist in de persoon, dat hij niet Arslan had bedoeld maar iemand anders, dat hij Murat Arslan ter zitting niet herkende en dat hij indertijd onder druk en zonder de aanwezigheid van een advocaat een belastende fantasie-verklaring had afgelegd in de hoop zelf vrij te komen. Continue reading Veel Turkse rechters nog steeds in voorarrest; rechtzaak tegen Turkse rechter Murat Arslan, voorzitter Yarsav, sleept zich voort

Berichten van ‘onze correspondent’ over de situatie van de rechterlijke macht in Polen begin juli 2018 (1): ‘Het Laatste Oordeel’, oftewel: waar gaat het naartoe met het Poolse Hooggerechtshof?

(bron: Gazeta Wyborcza)

Opmerking over het opschrift van dit stukje: In het Pools betekent ‘Sąd’ of ‘sąd’ zowel ‘gerecht, rechtbank’ als ‘oordeel’, vandaar dat in de Poolse kritische pers, nu de verwikkelingen rondom het Hooggerechtshof naar een climax gaan, de woordspeling wordt gemaakt van ‘Sąd Ostateczny’ in de dubbele betekenis van ‘het laatste, ultieme, Gerecht’ en ‘het Laatste Oordeel’.

In een recordtempo zijn de afgelopen week in het Poolse parlement door de regeringspartij PiS voor de vijfde keer ingrijpende wijzigingen aangebracht in de wettelijke regeling betreffende de structuur en het functioneren van de rechterlijke macht en het Hooggerechtshof in het bijzonder. Doelstelling: de rechterlijke macht inclusief het Hooggerechtshof definitief ondergeschikt maken aan de uitvoerende macht, lees: het ministerie van Justitie, lees: minister Ziobro. Het gaat nu dus om een soort sluitstuk waarmee (voorlopig?) de laatste hand wordt gelegd aan een operatie die nu al ruim een jaar duurt en waarin het er steeds om gaat de gehele rechterlijke macht, en nu in het bijzonder ook het Hooggerechtshof, een structuur te geven die verzekert dat rechterlijke beslissingen ook op het hoogste niveau het beleid van Kaczynski en de regeringspartij niet meer kunnen dwarsbomen. Overigens beslist dit hof o.a. ook over de geldigheid van verkiezingsuitslagen.

Vrijdag 20 juli werd het enkele dagen eerder ingediende wetsontwerp door de Sejm aangenomen, dinsdag 24 juli door de Senaat, en op donderdag 26 juli werd de wet ondertekend door President Duda. Zij is onmiddellijk in werking getreden. De nieuwe wijzigingen moeten leiden tot snelle en grondige herziening van de samenstelling van het Hooggerechtshof. Naast deze wetswijzigingen zijn er ondersteunende maatregelen. Een kort overzicht: Continue reading Berichten van ‘onze correspondent’ over de situatie van de rechterlijke macht in Polen begin juli 2018 (1): ‘Het Laatste Oordeel’, oftewel: waar gaat het naartoe met het Poolse Hooggerechtshof?

Berichten van ‘onze correspondent’ over de situatie van de rechterlijke macht in Polen begin juli 2018 (2): Inbreukprocedure tegen Polen en rechters in Kielce dagen Polen voor het EHRM

I. Europese Commissie start op 2 juli 2018 inbreukprocedure voor het EU-Hof in Luxemburg tegen Polen inzake de wetgeving betreffende het Hooggerechtshof;
II. Rechters in Kielce hebben Polen voor het EHRM in Straatsburg gedaagd inzake schending van art. 6 EVRM
(bron: Gazeta Wyborcza van 2 juli 2018, met o.a. Tomasz Bielecki, Brussel, Deutsche Welle,)

I. Inbreukprocedure voor het EU-Hof
Op verzoek van vele zijden (zie mijn bericht van 29 juni j.l.) heeft Commissaris Timmermans namens de Commissie vandaag een inbreukprocedure tegen Polen aanhangig gemaakt voor het Hof in Luxemburg. Deze betreft het op 3-4 juli dreigende ontslag van de President en een groot aantal rechters in het Hooggerechtshof, in strijd met de Poolse Grondwet (zie mijn bericht van 29 juni j.l.). De Commissie schrijft nu aan de Poolse regering dat de desbetreffende wetswijzigingen een schending opleveren van “het beginsel van de onafhankelijkheid, en van de daarmee samenhangende onafzetbaarheid van de Rechterlijke Macht”.
Dit besluit van de Commissie schort de inwerkingtreding van de bedoelde wet niet op, maar opent de weg om over enkele weken een formele klacht in te dienen die wel kan worden gecombineerd met een verzoek tot schorsing van de werking van de gewraakte wetgeving, welke gepaard kan gaan met snelle voorlopige maatregelen. Om dit mogelijk te maken moest de zaak, zoals nu dus gebeurd is, vóór de inwerkingtreding, dus vóór 3 juli aanhangig worden gemaakt. Eventuele maatregelen getroffen rondom 3 en 4 juli kunnen nu spoedig worden geblokkeerd.
Polen heeft nu een maand gekregen om op de aantijgingen te reageren. Als het antwoord van Polen niet bevredigend is, moet de Commissie een tweede schrijven (een zogenaamde ‘gemotiveerde opinie’) bij het Hof indienen, waarop de Poolse regering dan weer kan reageren. Pas na afloop van deze inleidende procedure kan de formele klacht tegen Polen bij het Hof zelf worden ingediend. Continue reading Berichten van ‘onze correspondent’ over de situatie van de rechterlijke macht in Polen begin juli 2018 (2): Inbreukprocedure tegen Polen en rechters in Kielce dagen Polen voor het EHRM