Op 6 juli 2018 vond in Ankara de zesde zitting in de strafzaak tegen Murat Arslan plaats. Namens Rechters voor Rechters was dit keer Bert van Delden (oprichter van Rechters voor Rechters) aanwezig.
Murat Arslan is net als vele andere Turkse rechters na de coupe-poging op 15 juli 2016 in Turkije opgepakt. Hij zit sindsdien in voorarrest. Tegen hem is een strafzaak aanhangig gemaakt. Hij werd er in eerste instantie van verdacht lid te zijn van Fetö, de naam die gebruikt wordt voor de organisatie van Gülen. Omdat ‘Fetö’ als een gewapende terroristische organisatie wordt aangemerkt is het enkele lidmaatschap voldoende voor aanmerkelijke gevangenisstraffen. Intussen zijn in andere zaken vonnissen uitgesproken van 2 tot 14 jaar. Het gestelde bewijs in deze zaken bestaat veelal uit – deels anonieme – getuigenverklaringen en het gebruik van ByLock, een afgeschermd communicatie app en/of het onderhouden van ‘geheime’ internationale contacten.
In de zaak van Murat Arslan zijn tot nu toe de nodige getuigen gehoord. Verder is er veel gedoe over de waarde van het Bylock-bewijs. Om kort te gaan: het bewijs door middel van getuigen is buitengewoon mager. Het Bylock bewijs stelt ook niet veel voor en er kleven allerlei technische problemen aan, ook omdat nog steeds niet over de inhoud van het gestelde berichtenverkeer wordt beschikt, ondanks toezeggingen van de officier van justitie (nu al bijna een jaar lang…) dat deze zouden worden ingebracht.
In de vorige zitting kwam de officier van justitie met een aanvullende tenlastelegging. Kennelijk omdat hij aanvoelde dat de eerste zaak nog niet veel opleverde. Murat werd nu niet alleen van lidmaatschap maar ook van leiderschap van een verboden terroristische organisatie beschuldigd. Dat feit zou zich in 2001 (!) hebben voorgedaan. Er zou een getuige zijn die heeft verklaard dat hij toen, heel kort samengevat, zou hebben geronseld voor Gülen. Meer in het bijzonder zou hij huwelijken voor Gülenaanhangers hebben georganiseerd. Als de situatie niet zo ernstig was (naast Murat worden nog steeds naar schatting 800 tot 1.200 rechters nu bijna twee jaar in voorarrest gehouden, zonder dat zij zijn veroordeeld) komt deze beschuldiging ronduit lachwekkend voor. De voornaamste getuige verklaarde op zitting dat hij zich had vergist in de persoon, dat hij niet Arslan had bedoeld maar iemand anders, dat hij Murat Arslan ter zitting niet herkende en dat hij indertijd onder druk en zonder de aanwezigheid van een advocaat een belastende fantasie-verklaring had afgelegd in de hoop zelf vrij te komen.
Aan het einde van de zitting heeft Öykü Didem Aydin, de advocaat van Murat, net als bij vorige zittingen, een klemmend beroep gedaan op de rechtbank om de voorlopige hechtenis te schorsen. Van een redelijke verdenking kon immers niet (meer) worden gesproken. De rechtbank heeft dit verzoek opnieuw afgewezen en de zitting verdaagd tot 14 september 2018.
Bij dit alles is het opmerkelijk hoe moedig en stevig Murat zelf zijn verdediging voert. Hij is er vast van overtuigd dat eens het recht zal zegevieren en dat de leugens tegen hem zullen worden ontmaskerd. Zoals hij het zelf in een indrukwekkend statement in de laatste zitting zei:
“Men creëert valse verklaringen tegen mij. Dit is een samenzwering tegen de democratie in dit land. Op een dag zal de waarheid zegevieren. Misschien niet vandaag. Maar eens zullen degenen die dit rijk van het kwaad hebben geschapen zelf voor de rechter moeten verschijnen om zich te verantwoorden. Dit is niet een fair proces. Het is alleen bedoeld om mij in een kwaad daglicht te stellen.”
Tijdens een schorsing waren Bert van Delden en een ook aanwezige Noorse collega in staat om enkele woorden met Murat te wisselen. Hij was blij met de belangstelling. Rechters voor Rechters blijft de zaak van Murat Arslan volgen en zal ook bij de zitting van 14 september 2018 aanwezig zijn.