Zevende dag proces Murat Arslan

Murat Arslan, de voorzitter van Yarsav, de verboden onafhankelijke Turkse rechtersvereniging zit sinds oktober 2016 in voorlopige hechtenis in afwachting van zijn proces. Op 2 november 2017 was bij de 25 ste Strafkamer van de rechtbank in Ankara de eerste zittingsdag. Inmiddels zijn we op 7 december 2018 bij de zevende zittingsdag aanbeland. Namens Rechters voor Rechters was Evert van der Molen aanwezig.

De zitting begint een uur te laat. Voor mij een mooie gelegenheid om even bij te praten met de vrouw van Murat en met collega’s uit Duitsland, Noorwegen en Zweden die ook weer present zijn.  En zij niet alleen, ook enkele vertegenwoordigers van ambassades, de EU en een ruime vriendengroep van Murat is aanwezig. Onder hen ook andere ontslagen rechters tegen wie een proces gaande is. Maar zij hebben het “geluk” dat zij hun proces in vrijheid mogen afwachten.

Van de vorige zitting (14 september 2018) weten we dat de officier van justitie de zwaarste aanklacht, leiderschap van een terroristische organisatie, heeft laten vallen. Dat is kennelijk sowieso niet te bewijzen. Murat hangt nog steeds een veroordeling wegens “membership” van een verboden terroristische organisatie boven het hoofd, goed voor, naar verluidt, minstens 7 jaar gevangenisstraf.

Zoals gebruikelijk zit Murat tussen een paar “gendarmes” op de voorste rij. Wij zitten een paar rijen achter hem. Voordat de zitting begint kunnen we even een paar woorden wisselen. Wat opvalt is de brede glimlach op zijn gezicht als hij ons allemaal ziet. Hij oogt opgeruimd en strijdbaar. Niet te geloven als je bedenkt dat hij al ruim twee jaar op dubieuze gronden vastzit. Of we vooral de groeten aan de vrienden in Europa willen doen.

Wat meteen op valt, is dat de voorzitter van de stafkamer opnieuw een andere persoon is dan de vorige keer, inmiddels de vierde voorzitter op rij. De advocaten komen eerst aan het woord en leggen onder meer uit dat van afronding van het proces, waar eerst sprake van was, deze dag geen sprake kan zijn. De bewijsvoering is onverminderd gebrekkig. Toegezegd nader technisch bewijs is niet geleverd en het bewijs door getuigen is uitermate dun, vooral ook gezien de stevige verklaringen van de getuigen à decharge. Zoals we intussen gewend zijn, gaat de rechtbank na een korte schorsing niet op de bezwaren in maar wijst deze ongemotiveerd af. Het enige lichtpuntje is dat het verzoek om uitstel van één van de advocaten om haar verdediging beter voor te bereiden wel wordt ingewilligd. Dat betekent dat er een nieuwe zitting komt (7 januari 2019).

Het daarna uitvoerig toegelichte verzoek om nu, na 2 jaar en 2 maanden, de voorlopige hechtenis op te heffen wordt – helaas ook zoals gebruikelijk – zonder veel omhaal van woorden afgewezen.      Het nog eens toegelichte feit dat Murat tijdens de coupe-poging van 16 juli 2016 met zijn gezin in Engeland was en vervolgens vrijwillig is teruggekeerd zodat er helemaal geen reden is te denken dat hij zal vluchten, maakt ook dit keer geen indruk. Daarna is de zitting afgelopen en wordt Murat afgevoerd, overigens nog steeds met dezelfde brede glimlach als hij onze kant op kijkt.

Bij het napraten blijkt opnieuw dat de advocaten en onze Turkse collega’s buitengewoon pessimistisch zijn over de uitslag. Zij wijzen er op dat er tot nu toe tegen andere ontslagen rechters alleen maar veroordelingen zijn gevolgd en geen enkele vrijspraak. Nog in dienst zijnde Turkse rechters wagen het niet tegen de wens van het OM in te gaan. Bang voor hun eigen hachje?

Later spreken we nog met een ontslagen lid van de Turkse Hoge Raad. Zij heeft ruim 16 maanden vastgezeten, waarvan 84 dagen in isolatie. Zij schetst ons een intussen bekend beeld van het moeilijke leven in de gevangenis. Vooral wat ze vertelt over de periode van totaal isolement maakt op ons veel indruk. Haar man, ook lid geweest van de Hoge Raad, zit nog steeds vast en in zijn geval duurt de periode van isolatie al meer dan twee jaar. Zij mag hem één keer per maand gedurende 45 minuten met de kinderen bezoeken. Hoewel het niet de eerste keer is dat we een dergelijk verhaal horen, went het nooit en zijn we er na afloop stil van.

Niet alleen rechters hebben in Turkije met vervolging te maken vanwege hun beroep. Dat geldt ook voor kritische journalisten, politieagenten en leraren. Het blijft daarom van groot belang dat er vanuit andere landen aandacht is voor de zorgwekkende situatie in Turkije.

Dat laatste zegt ook een andere Turkse rechter in een mailbericht (mede in reactie op de meest recente brief van het Platform for an independent Judiciary waar Rechters voor Rechters deel van uitmaakt) dat ik ontvang als ik weer terug in Amsterdam achter mijn bureau zit:

(…) I really appreciate your effort to shout out to the Turkish politicians who are deaf in terms of human rights and independent judiciary. I do not give up to struggle against this wall established by dictator and its clowns around us because of your support and solidarity.

Your efforts to change the situation in Turkey always gives me and other colleague’s courage, respect, and honor.

I am totally sure that this conditions will never continue forever. Maybe I will forget what I lived in this term in Turkey. However, your efforts for human rights, independent judiciary and fair trial for your colleagues in Turkey will never be forgotten for today’s and tomorrow’s generations.

Thank you very much to all of you not only supporting us in these days, but also thank you all for giving us reason to fight against all injustice wherever it occurs (…).

Beter kan ik het niet zeggen. We zullen op 7 januari 2019 weer van de partij zijn.

Evert van der Molen