Verslag zitting ‘interim measures’ Polen

Katrien Witteman, Paweł Paweł Juszczyszyn, Monika Frąckowiak en Joanna Hetnarowicz-Sikora

Op maandag 9 maart 2020 zat Katrien Witteman, rechter in de rechtbank Limburg, op de publieke tribune bij het Hof van Justitie van de Europese Unie in Luxemburg. Zij woonde met een aantal andere rechters uit Polen, België, Noorwegen, Turkije en Nederland de ‘interim measures’-procedure bij die door de Europese Commissie was aangespannen tegen de Republiek Polen in het kader van de inbreukprocedure C-791/19.

Er staat voor de Poolse rechters die zich verzetten tegen de inbreuken op de Rule of Law in hun land, veel op het spel. Samen met andere Europese rechters toont Rechters voor Rechters zich solidair met de Poolse collega’s die door de regeringsmaatregelen in toenemende mate in hun onafhankelijkheid worden beperkt. In januari 2020 liepen we daarom ook mee met de March of 1000 Robes (zie deze drie artikelen).

In de zaak C-791/19, de derde inbreukprocedure tegen Polen, heeft de Commissie het Hof verzocht Polen te veroordelen, onder meer omdat:

  • de inhoud van rechterlijke beslissingen gekwalificeerd kan worden als een tuchtrechtelijk te vervolgen beroepsfout jegens de rechters bij de gewone rechtelijke instanties;
  • de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de tuchtkamer van het Hooggerechtshof (Sąd Najwyższy) niet wordt gewaarborgd. Deze tuchtkamer is verantwoordelijk voor de toetsing van beslissingen in disciplinaire procedures jegens rechters;
  • omdat de president van de tuchtkamer van de Sąd Najwyższy het recht heeft in zaken van rechters bij gewone rechterlijke instanties naar eigen inzicht de bevoegde tuchtrechter in eerste aanleg aan te wijzen.
Copyright: @ProfPech & @JoelleGrogan

 

Fumus boni juris & Urgency ?

Alhoewel de Commissie deze inbreukprocedure al in oktober 2019 was gestart, is pas in januari 2020 aan het hof gevraagd om voorlopige voorzieningen (kort gezegd: bevriezen activiteiten tuchtkamer).

Een verzoek om voorlopige voorzieningen (interim measures) kan slechts worden toegewezen indien vaststaat dat die toewijzing zowel feitelijk als rechtens op het eerste gezicht gerechtvaardigd is (fumus boni juris). Ook moet er urgentie zijn in die zin dat alleen met de opschorting wordt voorkomen dat onherstelbare schade wordt toegebracht aan de belangen van verzoekster.

De discussie rond die twee begrippen vormde dus de kern van de zitting van afgelopen maandag.

Zitting 9 maart 2020

De Commissie voerde onder andere aan dat het Hof van Justitie in het arrest van 19 november 2019 in de gevoegde prejudiciële procedures C-585/18, C-624/18 en C-625/18 aan de verwijzende Poolse rechters criteria had gegeven aan de hand waarvan zij moeten beoordelen of de ingestelde tuchtkamer van het Poolse Hooggerechtshof voldoet aan de criteria van onafhankelijkheid en onpartijdigheid zoals vereist op grond van het Unierecht. Dat inmiddels door de andere kamers van het Poolse Hooggerechtshof op basis van zojuist genoemd arrest in december 2019 en januari 2020 was geoordeeld dat de tuchtkamer niet onafhankelijk en partijdig was. Maar dat de Poolse regering die uitspraken niet erkende en dat de tuchtkamer nog steeds in werking is en dat er verschillende disciplinaire procedures tegen rechters aanhangig zijn. Dit tast de hele rechtspraak in Polen aan en daarmee wordt ernstige en onherstelbare schade toegebracht aan het EU-rechtssysteem.

‘Een moedwillige aanval op de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht in Polen is in wezen een aanval op de rechtsorde van de EU als geheel.’ – Katrien Witteman

Polen verdedigde de noodzakelijk geachte hervormingen van de rechterlijke macht en de instelling van de tuchtkamer. Het Hooggerechtshof was met de beslissingen van december 2019 en januari 2020 over het gebrek aan onafhankelijk- en onpartijdigheid van de tuchtkamer buiten zijn bevoegdheid getreden. De aangespannen inbreukprocedure was ongegrond en Polen zag daarom ook niets in de verzochte interim measures en verzocht het Hof deze af te wijzen.

Het is spannend wat de uitkomst wordt, er is nog geen datum voor de uitspraak gegeven.

Lees ook het uitstekende verslag van de zitting van 9 maart 2020 inclusief analyse hoe het nu verder moet op Verfassungsblog door John Morijn, bijzonder hoogleraar recht en politiek in de internationale betrekkingen (RUG).

In verband met de Corona/COVID-uitbraak gaat de zitting op vrijdag 20 maart tegen rechter Igor Tuleya – de eerste disciplinaire procedure op basis van de zogenaamde ‘Muilkorfwet – niet door.