Lopez Lone and others vs Honduras

ccIn november 2010 bezochten Guillermo Lopez Lone en Tirza Flores Lanza ons land. Tirza en Guillermo, respectievelijk raadsheer in het hof en rechter in de rechtbank van San Pedro Sula, Honduras, vroegen bij onder andere Rechters voor Rechters aandacht voor hun toen recente disciplinair ontslag. Beiden hadden, samen met twee andere collega’s, deelgenomen aan een demonstratie tegen de staatsgreep in 2 009, waarbij president Zelaya werd afgezet. De ‘coup’ werd destijds door velen vergoelijkt: Zelaya zou een ongrondwettig referendum hebben willen doordrukken dat het hem mogelijk moest maken zijn ambtstermijn te verlengen. Ook de Corte Suprema van Honduras steunde de coupplegers. Uiteindelijk werd de machtsovername door de internationale gemeenschap als onwettig aangemerkt.

Naast rechter was Guillermo voorzitter van de Hondurese rechtersvereniging Asociación de Jueces por la Democracia (AJD), een functie die hij door zijn ontslag niet langer kon vervullen.

Op 2 en 3 februari van dit jaar diende eindelijk de zaak ‘Lopez Lone and others vs Honduras’ voor de Inter-American Court of Human Rights in de Costa Ricaanse hoofdstad Jan Jose. Dit Hof is een orgaan van de OAS, de Organization of American States, en heeft als taak het Amerikaans Verdrag voor de Rechten van de Mens toe te passen en uit te leggen. Het is daarmee de Latijns-Amerikaanse tegenhanger van ‘ons’ mensenrechtenhof in Straatsburg, ofschoon de verschillen groot zijn. Het belangrijkste verschil is dat het voor een burger niet mogelijk is om zijn zaak rechtstreeks bij het Hof in San Jose aanhangig te maken. De Inter-American Commission on Human Rights, die zetelt in Washington, fungeert als filter. Zij doet dit zo ‘goed’, dat slechts een handjevol zaken per jaar tot het Hof doordringt.

Op de zitting werd de zaak door de Commissie mondeling aan het Hof gepresenteerd. Vier door klagers opgeroepen internationale mensenrechtendeskundigen werden gehoord. Deze stonden uitvoerig stil bij het verschil tussen reglementair afdwingbare gedragsregels enerzijds en meer open, ethische normen anderzijds, en de kwestie of de universeel erkende burgerlijke rechten en vrijheden onverkort gelden voor leden van de rechterlijke macht, of dat ons beroep meebrengt dat wij ons een inperking hiervan moeten laten welgevallen. Klagers verwezen naar het betoog van de deskundigen en voerden aan dat de disciplinaire procedures, uitmondend in hun ontslag, in strijd waren geweest met de beginselen van een eerlijk proces, het legaliteitsbeginsel en hun vrijheid van meningsuiting en vergadering.

De Hondurese regering bracht hiertegen in dat het een rechter niet past zo uitgesproken politiek stelling te nemen. Het disciplinair reglement verbiedt deelname aan politieke manifestaties en andere gedragingen die het aanzien van het ambt kunnen schaden, en daar hadden zij zich aan te houden.

Klagers repliceerden dat het nota bene de Corte Suprema was geweest die op haar beurt via het justitie-intranet had opgeroepen tot deelname aan een manifestatie om steun te betuigen aan de machtsovername. Een jij-bak, maar wel een veelzeggende. Het is in Honduras, net als in andere Latijns-Amerikaanse landen, vrijwel onmogelijk je afzijdig te houden van het politieke debat. Ook de rechtersverenigingen zijn politiek gekleurd. De grootste vereniging in het land, de Asociación de Jueces y Magistrados de Honduras (ASOJMAH), wordt verweten dicht tegen de regering aan te schurken en bijvoorbeeld ter zake van de recente ‘depuración’, het opschonen van de rechterlijke macht (lees: het ontslag of de gedwongen overplaatsing van een groot aantal rechters vanwege daadwerkelijke of vermeende – in elk geval niet onderbouwde – corruptie), onvoldoende op te komen voor haar leden. De AJD wil onafhankelijk zijn maar positioneert zich met haar kritiek op het justitiebeleid van de regering en de aanvallen van regeringszijde op de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, in het kamp van de oppositie.

Na de mondelinge behandeling is de partijen tot eind maart de tijd gegeven om schriftelijke observaties in te dienen en enkele door het Hof op zitting gestelde vragen te beantwoorden. Daarna zal het Hof zich beraden. De uitspraak wordt in juni van dit jaar verwacht.

ccc
Adan Guillermo Lopez Lone en Tirza del Carmen Flores Lanza flankeren Katrien Witteman in de zittingszaal

Dat Rechters voor Rechters besloot een rechter naar Costa Rica te laten afreizen, is geenszins ingegeven door wantrouwen jegens het Inter-Amerikaanse Hof. Er was in totaal een dertigtal observers uitgenodigd door de AJD, onder wie naast Latijns-Amerikaanse rechters ook collega’s uit Duitsland, Spanje, Noorwegen en Denemarken. Natuurlijk was onze aanwezigheid daar een belangrijke steunbetuiging aan de vier getroffen Hondurese collega’s, maar het onderwerp raakt ons allemaal. Ook in Nederland is een wetsvoorstel aanhangig waarin uitbreiding van het scala aan disciplinaire maatregelen tegen rechters wordt bepleit. Het is van groot belang om ons te realiseren dat dit in de handen van een fatsoenlijke overheid schijnbaar onschuldig instrument zich in tijden van politieke verharding tegen ons zou kunnen keren.

Katrien Witteman
Strafrechter in de rechtbank Noord-Holland

  • Download de hele nieuwsbrief [PDF]