Een bericht van ‘onze correspondent’ Paul Meijknecht over de situatie van de rechterlijke macht in Polen

Het wordt weer tijd voor een update sinds mijn vorige bericht van begin december. Ik vat de ontwikkelingen sindsdien kort samen.
Al eerder heb ik bericht over de eerste al maanden geleden in werking getreden wet betreffende rechterlijke organisatie en scholing van rechters. Deze wet heeft inmiddels tot massale, door minister van justitie Ziobro verordonneerde mutaties geleid in het bestuur van de gerechten en tot de belasting van vers opgeleide assessoren met rechterlijke taken, beide in strijd met de grondwet.

Vlak voor kerstmis zijn ook de andere twee wetsontwerpen betreffende de rechterlijke macht: het ontwerp betreffende de Raad voor de Rechtspraak en het ontwerp betreffende het Hooggerechtshof, vrijwel ongewijzigd aangenomen en door de President ondertekend. Op de inhoud van beide wetten ben ik destijds uitvoerig ingegaan.
Rondom Kerstmis heeft zich ook een belangrijke wijziging voltrokken in de samenstelling van de regering. Voor ons is vooral relevant de vervanging door Kaczynski van premier Beata Szydlo, halverwege de rit, door Mateusz Morawiecki. Ook enkele belangrijke ministers zijn vervangen (o.a. defensie), maar Justitie is in dit opzicht, zoals al was voorzien, met rust gelaten. De achtergronden hiervan en de kwalificaties van de nieuwe premier laat ik nu even rusten. Ik beperk me tot de lijn die de regering nu na deze personele wijzigingen inneemt met betrekking tot de reorganisatie van de rechterlijke macht, meer in het bijzonder in haar houding tegenover de buitenwereld, in de eerste plaats de EU.

Het lijkt er nu op dat de gewijzigde regering bereid lijkt tot enkele koerswijzigingen zoals o.a. de door het Europees Gerechtshof bekritiseerde houtkap in het nationale park Białowieża, maar dat er geen sprake lijkt te zijn van enige consideratie met betrekking tot de reorganisaties van de rechtspraak. Zoals bekend is de Europese Commissie van plan op grond van art. 7 van het Unieverdrag een procedure tegen Polen te starten wegens evidente schending van de beginselen van de rechtsstaat (Trias Politica etc). De nieuwe premier heeft hierover al overleg gevoerd o.a. met de Commissie en met het Bulgaarse voorzitterschap. Van de uitslag van een stemming in het Europees Parlement en in de Raad, die rondom maart zijn beslag moet krijgen, zal afhangen welke stappen er kunnen worden gedaan.

Polen lijkt nu (nog steeds) te kiezen voor een harde opstelling: de hierboven genoemde drie wetten zijn niet aangepast aan kritiek in binnen- en buitenland. Het is nu vooral Morawiecki ’s taak de Poolse opstelling te verkopen in Brussel en aan de lidstaten, waaronder nu in de eerste plaats voorzitter Bulgarije. Het streven is erop gericht te voorkomen dat bij de stemming in de Raad waarin art. 7 voorziet, en die binnen enkele maanden zal plaatsvinden, er genoeg lidstaten tegen zullen stemmen. Het is moeilijk te voorspellen hoe dit zal aflopen. De houding van de meeste lidstaten is fel vóór, maar wat bijv. Bulgarije en de Baltische staten zullen doen, is niet duidelijk. Als er vijf lidstaten tegen zijn, gaat het feest niet door en heeft Polen niets meer te vrezen (voorlopig, totdat over enkele jaren de vijfjarige onderhandelingen over de verdeling van het budget in een beslissende fase komen). De tactiek die Morawiecki blijkt te volgen is een keiharde voortzetting van een politiek van laster over de belabberde staat van de rechterlijke macht in haar geheel als nasleep na 1989 van de communistische tijd. In de Amerikaanse krant Washington Examiner is 13 december 2017 een publicatie van zijn hand opgenomen die bestemd was om de buitenlandse pers te informeren in deze zin. De voorbeelden hierin zijn verzonnen of zwaar overdreven. M.a.w. de Poolse regering heeft alle reden om de samenstelling van de rechterlijke macht grondig te herzien en is niet van plan deze koers bij te stellen. Morawiecki zet in dit opzicht de lijn van zijn voorgangster premier Beata Szydlo ongewijzigd voort en gaat er hard in. Een citaat: “In het Hooggerechtshof hebben communistische agenten en rechters uit de tijd van de Staat van beleg (1980-1989) zitting: de samenstelling van de gerechten is sinds de communistische tijd niet veranderd, en vonnissen kun je met steekgeld verkrijgen” (!!!!). Dit zegt dus de huidige premier van Polen tegenover de buitenlandse pers. In werkelijkheid zat er na 1989 nog maar één rechter uit de tijd van de Staat van Beleg in dit hof. In een lange dramatische ingezonden brief heeft een moedige gewone Poolse rechter hierop gewezen (Piotr Mglosiek, strafrechter Rechtbank Wroclaw, Gazeta Wyborcza 23 januari 2018).

Binnen de Raad voor de Rechtspraak en het Hooggerechtshof spelen zich nu persoonlijke drama’s af in het vooruitzicht van de komende kaderwijzigingen zodra begin februari de termijnen daarvoor verstrijken, lijnrecht in strijd met de Grondwet die voor deze functie een termijn van vier jaar voorziet. Er komt nu bij deze instanties een onverwacht abrupt einde aan een periode van 27 jaar. De voorzitter van de Raad voor de Rechtspraak Dariusz Zawistowski heeft een week geleden uit protest de eer aan zichzelf gehouden en heeft zelf zijn ontslag ingediend en is dus voortijdig vertrokken. Er moest tussentijds nog een opvolgster worden gekozen: op verzoek van de rechters in de Raad heeft Malgorzata Gersdorf (nu voor nog enkele weken president van het Hooggerechtshof) zich daarvoor beschikbaar gesteld en heeft zij deze functie inmiddels aanvaard (in haar eigen woorden: in de rol van begrafenis-ondernemer van dit instituut en zijn huidige vorm). Haar verkiezing werd met gejuich ontvangen. Hoewel de (grond)wettelijke termijn ook voor deze functie vier jaar bedraagt, zal hoogstwaarschijnlijk al over enkele weken hieraan een einde komen. Hun opvolgers zullen binnenkort door het Parlement (de Sejm) worden benoemd.

De rechters zelf roepen nu in groten getale hun collega’s op zich niet kandidaat te stellen. De termijn daarvoor verloopt vandaag, 25 januari 2018. Groepen van 25 rechters en 2.500 burgers kunnen kandidaten aanwijzen. Hoe dit allemaal gaat verlopen zullen we binnenkort zien. Ook zal dan meer bekend worden over de (nog ingrijpendere) kaderwijzigingen die in februari het Hooggerechtshof te wachten staan. Over wat zich daar nu intern afspeelt is nog niets bekend.

Paul Meijknecht, 25 januari 2018