Ontwikkelingen in kwestie Venezolaanse rechter Afiuni

In het vorige bericht op onze website informeerden wij U al over de (toen nog gedetineerde) Venezolaanse rechter Maria Afiuni. De afgelopen maanden heeft RR zich opnieuw voor haar ingezet en bij verschillende instanties aandacht gevraagd voor haar.

Via verschillende contactpersonen in Venezuela worden wij op de hoogte gehouden van haar onverminderd zorgelijke situatie. Met hen wordt ook overlegd op welke wijze het meest effectief actie voor haar zou kunnen worden gevoerd.

Op 2 februari 2011 is zij in verband met haar slechte medische conditie naar een oncologisch ziekenhuis gebracht voor een operatie. Vervolgens is zij onder strenge voorwaarden onder huisarrest geplaatst.

In april verscheen het rapport Distrust in Justice: the Afiuni case and the independence of the judiciary in Venezuela (Engelstalige executive summary, zie voor meer informatie hier) opgemaakt door het Human Rights Institute van de International Bar Association (IBAHRI) naar aanleiding van een werkbezoek aan Venezuela van 8 tot 11 februari 2011.

In een persbericht van IBAHRI van 20 april 2011  wordt de co-chair als volgt geciteerd: ‘(…)given that President Chávez has publicly stated her case to be an “example” to other judges, we consider hers to be a paradigmatic case demonstrating the lack of judicial independence in Venezuela. Previously judges were worried that they would lose their jobs for returning decisions not in line with the Government – now they are worried that they will lose their liberty’.

Afiuni’s advocaten hebben de rechtbank verschillende malen verzocht om:

a)       een juryproces;

b)      toegang van de media tot het openbare proces;

c)       toegang van internationale proces-waarnemers.

Tot nog toe is dit steeds afgewezen. Wel zijn er in EU verband afspraken gemaakt om bij toerbeurt medewerkers van verschillende Ambassades in Venezuela (Nederland, Verenigd Koninkrijk, Duitsland en EU-vertegenwoordiging)het proces te laten bijwonen.

Op 12 mei 2011 is er door verschillende internationale mensenrechtenorganisaties een gecombineerd persbericht verschenen over de situatie van rechter Afiuni.

RR heeft dit bericht doorgestuurd aan verschillende instanties waaronder de Nederlandse leden van de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa en aan de Vaste Commissie voor Buitenlandse Zaken van de Tweede Kamer. Naar aanleiding hiervan zijn er op 16 juni kamervragen gesteld aan de Minister van Buitenlandse Zaken. Minister Rosenthal heeft deze op 26 juli jl. beantwoord. Hij schrijft onder andere:

Nederland zal de procesgang en de detentieomstandigheden blijven monitoren. Met name de openbaarheid van de zittingen zal een punt van aandacht zijn. Bij het bepalen van verdere stappen zal steeds zorgvuldig worden afgewogen of acties negatieve gevolgen voor betrokkene kunnen hebben.

Op 31 mei organiseerde de ICJ in Geneve tijdens de vergadering van de Human Rights Council een side-event over The Role of Judges and Lawyers in Times of Crisis, onze voorzitter Gerritjan van Oven heeft daar als panellid tevens aandacht gevraagd voor de zaak van Afiuni.

Niet onvermeld mag blijven de open brief van 3 juli 2011 die de vermaarde wetenschapper Noam Chomsky heeft geschreven aan President Chavez:

I am convinced that she must be set free, not only due to her physical and psychological health conditions, but in conformance with the human dignity the Bolivarian Revolution presents as a goal. In times of worldwide cries for freedom, the detention of María Lourdes Afiuni stands out as a glaring exception that should be remedied quickly, for the sake of justice and human rights generally, and for affirming an honorable role for Venezuela in these struggles.

Alle internationale druk ten spijt is er nog weinig veranderd in de situatie van onze Venezolaanse collega.

Rechter Afiuni is tot nog toe slechts eenmaal – op 13 mei 2011 – verschenen ter zitting nu zij de onafhankelijkheid van de haar toegewezen zittingsrechter in twijfel trekt. Op de sindsdien geplande zittingen is de zaak telkens niet inhoudelijk behandeld. Op 1 augustus jl. is Maria Afiuni om 5 uur ’s ochtends door 40 leden van de Nationale Garde opgehaald voor de zitting later die dag. Na aankomst in het gerechtsgebouw bleek de zitting inmiddels te zijn verdaagd.

Op 1 augustus jl. is namens Maria Afiuni een klacht ingediend bij de VN Special Rapporteur inzake Marteling nu zij geen toegang heeft tot direct zonlicht, aan haar adequate medische behandeling wordt onthouden en zij ook geen inzage heeft in haar eigen medische dossier.

RR zal de situatie van rechter Afiuni nauwlettend blijven volgen, zo is onder andere aan de Nederlandse regering gevraagd om de Universal Periodical Review van Venezuela op 7 oktober a.s. bij de VN Human Rights Council zo mogelijk aan te grijpen om opnieuw de internationale aandacht te vestigen op de schrijnende situatie van Afiuni.