Suriname: vonnis Krijgsraad 9 juni 2016

surinameRechters voor Rechters informeerde u eerder over het voor de Krijgsraad aanhangige 8 decemberstrafproces, zie hier en hier. Tijdens een zitting die plaatvond op 4 maart 2016 heeft de auditeur-militair Roy Elgin gevraagd de schorsing van de vervolging in het 8 december strafproces voor de periode van een jaar te verlengen. De Krijgsraad heeft dit verzoek echter afgewezen. De Krijgsraad heeft artikel 1 van de Amnestiewet, welke wet hangende dit proces werd aangenomen, buiten toepassing gelaten. De Krijgsraad heeft vastgesteld dat de wetswijziging zonder meer kan worden aangemerkt als inmenging in een lopende strafzaak, die in een vergevorderd stadium was. Dit op basis van artikel 137 van de grondwet. Voor zover de rechter in een concreet geval aan hem voorgelegd, toepassing van een bepaling van een wet strijdig oordeelt met één of meer in Hoofdstuk V genoemde grondrechten, verklaart hij die toepassing voor dat geval ongeoorloofd. De Krijgsraad heeft bepaald dat het onderzoek ter terechtzitting zal worden voortgezet in de stand waarin het zich vóór de schorsing bevond, namelijk het requisitoir. Dat requisitoir zou plaatsvinden tijdens een zitting op 30 juni jongstleden. Zo ver is het echter niet gekomen.

Volgens President Bouterse, een van de verdachten in het strafproces, is er door deze uitspraak van de Krijgsraad een constitutionele crisis ontstaan. Ook zou volgens hem de staatsveiligheid met de uitspraak in gevaar zijn gebracht. Op die grond heeft de regering op 29 juni besloten om artikel 148 van de grondwet in werking te stellen, welk artikel luidt:  De Regering bepaalt het algemeen vervolgingsbeleid. In het belang van de staatsveiligheid kan de Regering in concrete gevallen aan de Procureur-Generaal bevelen geven met betrekking tot de vervolging.
Tijdens de zitting op 30 juni heeft Auditeur-militair Roy Elgin de Krijgsraad te kennen gegeven dat de procureur-generaal bij resolutie van de regering de opdracht heeft gegeven om het 8 december strafproces te beëindigen. De Krijgsraad onder leiding van president Cynthia Valstein-Montnor, heeft besloten dat de zitting wordt verdaagd naar 5 augustus aanstaande. Dan zal er antwoord worden gegeven op de vraag van het Openbaar Ministerie om het 8 december strafproces te beëindigen.

In een reactie zegt de een vertegenwoordiger van de International Commission of Jurists (ICJ) tegen de Surinaamse krant Starnieuws dat de organisatie nogmaals het belang van onafhankelijke rechtspraak in Suriname benadrukt. “Zoals wij steeds hebben gesteld moet de Krijgsraad in vrijheid haar beslissingen kunnen nemen. Dit is in het belang van zowel de verdachte als de eisers (nabestaanden). De onafhankelijke rechtspraak, is ook in het algemeen belang van Suriname.”  Zie hier.

Dit standpunt wordt door Rechters voor Rechters onderschreven.